Psychomotoriek

Psychomotoriek

Baby’s en peuters
Bij sommige baby’s, peuters en kleuters verlopen de ontwikkelingsmijlpalen vertraagd, zonder dat hier altijd een medische verklaring voor is. Deze vertraagde ontwikkeling zorgt ervoor dat baby’s een voorkeurshouding hebben, een te lage of te hoge spierspanning hebben, niet spontaan omrollen of duidelijk later gaan zitten, kruipen, sluipen, staan en stappen.
Daarnaast kan het ook zijn dat uw kind een gekende (neurologische) medische problematiek, een spierziekte of syndromale afwijking heeft. In beide situaties kan de kinesitherapeut uw vraag naar onderzoek en eventuele behandeling beantwoorden. Op die wijze helpen we uw kind om stap voor stap een nieuwe ontwikkelingssprong te nemen.
Sommige baby’s en peuters hebben last van steeds weerkerende luchtweginfecties, RSV, bronchitis, longontsteking, aanhoudende hoest, enzovoort.
Na doorverwijzing van de huisarts of specialist kan de kinesitherapeut hulp bieden.
Kinderen en adolescenten
Psychomotoriek is een onderdeel van de klassieke kinesitherapie. We spreken dan in termen van ontwikkelingsstimulatie. Bij sommige kinderen verloopt de ontwikkeling vertraagd of afwijkend.
Hiervoor kan psychomotorische begeleiding hulp bieden. We gebruiken de motoriek of het bewegen als ingangspoort, om iets bij het kind te veranderen en op deze manier het bewegen, denken, emotie en gedrag positief te beïnvloeden.
Een kind moet over een goed ontwikkelde basismotoriek (zoals kruipen of stappen) en evenwicht beschikken om complexere motorische vaardigheden te leren. Daarnaast is ook een goede spierspanning en voldoende kracht belangrijk. Kinderen die problemen ondervinden op dit ontwikkelingsgebied zijn vaak kinderen die houterig bewegen, heel onhandig zijn, veel vallen en moeilijk nieuwe vaardigheden aanleren.
Fietsen en leren zwemmen zijn bij deze kinderen vaak een groot probleem. Een goed ontwikkelde grote motoriek vereist veel oefening. Sommige kinderen lopen hierin vast en dit kan een vlotte ontwikkeling van de fijn motorische vaardigheden belemmeren.
Fijnmotorische vaardigheden zorgen voor het vloeiend en soepel kunnen bewegen en samenwerken van de handen en vingers, zoals bij knippen, kleuren, knutselen, enzovoort.
Een goed ontwikkelde fijne motoriek is één van de voorwaarden voor de ontwikkeling van een vlot en vloeiend handschrift in de lagere school. Daarnaast is een goede gedifferentieerde fijne motoriek ook noodzakelijk voor alledaagse vaardigheden. We denken hierbij aan het zich vlot kunnen aan- en uitkleden, verschillende soorten sluitingen zelf gemakkelijk kunnen openen of dichtmaken, eten met mes en vork enzovoort.
Bij het bewegen ontdekt een kind de ruimte om zich heen. In dit leerproces start het kind vanuit de grote motoriek op een heel concrete manier. Aan de hand van dit referentiekader leert en evolueert een kind naar een meer abstracter niveau. Dit heeft een kind nodig in veel schoolse vaardigheden. Wanneer dit niet voldoende bereikt is, kunnen er problemen optreden zoals het omdraaien van getallen, letters of woorden die leermoeilijkheden veroorzaken.
Sommige kinderen hebben last met inzichtelijke opdrachten in wiskunde en meetkunde of zijn niet zo sterk in planmatig denken. Dit kan veroorzaakt worden door een verminderd ruimtelijk inzicht. Dit is ontwikkeld vanuit de ruimtelijke oriëntatie.
De visuele waarneming is een voorwaarde voor de ontwikkeling van schoolse vaardigheden. Wanneer dit onvoldoende verworven is, heeft het kind moeite om letters en cijfers vlot te herkennen of verschillende letters samen te voegen tot een woord. Dit beïnvloedt het leerproces.
Een goede visuomotoriek integreert het kijken, het ruimtelijk inzicht en de oog-handcoördinatie. Indien dit verstoord verloopt, zijn er vooral problemen bij complexere vaardigheden, zoals het leren schrijven tussen lijnen, leren puzzelen of geometrische figuren tekenen.
Lateralisatie is gebaseerd op een complex proces in beide hersenhelften, die ervoor zorgt dat de twee handen een onderlinge taakverdeling ontwikkelen. De ene hand gaat de taak uitvoeren, de andere hand assisteert en tussen beide handen bestaat een goede coördinatie.
Kinderen met lateralisatieproblemen blijven vaak lang twijfelen over hun voorkeurshand en hebben moeite met de bewegingsrichtingen van links naar rechts.
Bij kleuters kenmerkt zich dit door opdrachten in een foute richting oplossen, problemen met de voorbereidende schrijfmotorische oefeningen en een beperkt inzicht in plaatsbegrippen. Bij kinderen uit de lagere school groeit dit uit tot verschillende problemen bij lezen, spelling en rekenen. In dit geval is een goede samenwerking met een logopedist en de school erg belangrijk.
Bij problemen op vlak van concentratie, geheugen en werkhouding wordt er gewerkt naar een verbeterde werkhouding. De kinesitherapeut werkt met het kind naar een gedragsverandering, die het kind ook zelfstandig kan toepassen in schoolse taken.
Schrijfmotorische begeleiding kan zowel bij kleuters voor de voorbereidende schrijfmotoriek, als in de lagere school om het handschrift te verbeteren in kwaliteit, tempo en uitvoering.
Een motorisch schrijfprobleem kenmerkt zich, door een moeilijk leesbaar handschrift, traag tempo, traag leerproces of pijn die ontstaat bij het schrijven.
De kinesitherapeut stelt doelstellingen op die de schrijfhouding, kwaliteit of het tempo positief beïnvloeden. Afhankelijk van de moeilijkheden wordt er op de nodige deelaspecten getraind.
Een kind met ontwikkelingsproblemen kan een laag zelfbeeld, faalangst of gedragsmoeilijkheden ontwikkelen, waardoor het zelfvertrouwen afneemt. Deze spanning kan zich op verschillende manieren uiten. Hierbij kan psychomotoriek een begeleiding vormen om de negatieve spiraal te doorbreken en zo het geloof in eigen mogelijkheden terug te ontwikkelen.
Op heel jonge leeftijd kunnen trage sensomotorische oefeningen stress reduceren aan de hand van speelse motorische bewegingsopdrachten. Bij oudere kinderen wordt gezocht naar een geschikte relaxatietechniek, die toegepast kan worden in stresssituaties.